Overslaan en naar de inhoud gaan

logo

Abdou

©Laura De Backer

12 mei 2017 | Deel

‘Als ik niet kan sporten, leef ik niet’

Sportieveling Abdou komt uit Syrië. Via de sportdienst van Atlas ontdekte hij de sportieve mogelijkheden in Antwerpen. Intussen geeft hij zelf voetbaltraining aan 10-jarige Antwerpenaren en hij deed mee met ‘Atlas loopt’. Laura De Backer, studente journalistiek, sprak met Abdou over zijn passie. 

Om tien uur staat Abdou me al op te wachten in Centraal Station. Dat hij een sportfanaat in hart en nieren is, zie ik meteen aan zijn statig postuur en sportieve kledij. Wekelijks geeft hij voetbaltraining aan tienjarigen in de voetbalclub waar hij ook zelf voetbalt. Zolang ik kan sporten, is het leven mooi.’

Een verlegen glimlach verschijnt op Abdou’s gezicht wanneer hij me in het oog krijgt. ‘Ik heb mijn docent Nederlands verteld dat ik een interview heb vandaag’, glundert hij trots als we ons neerzetten in een cafeetje aan het station. Voor hij van wal steekt verontschuldigt hij zich voor zijn Nederlands.

Beter dan gisteren

‘Sporten is mijn allergrootste passie. Ik ben een tijdje vrijwilliger geweest als arbiter bij Club MSC Antwerpen. Nu geef er ik twee dagen per week voetbaltraining aan tienjarige spelers. Elke zaterdag spelen ze een match, in Antwerpen of op verplaatsing. Ik voetbal zelf ook bij MSC, op maandag en dinsdag. Dat is soms wel druk, maar ik doe het heel graag. Als ik niet kan sporten, leef ik niet.’

‘In Syrië was ik sportleerkracht. Nu werk ik voorlopig niet. Daarvoor moet ik eerste de taal leren. Via Atlas, integratie & inburgering volg ik Nederlandse les. Ik ga wekelijks wandelen met mijn buurman, met wie ik Nederlands spreek. En ook de voetbaltrainingen geef ik in het Nederlands. De kinderen verbeteren mij dan wanneer ik iets fout zeg. ‘Meneer,’ zeggen ze dan, ‘dat klopt niet!’. Ik ben er nog lang niet, maar ik wil het leren. Gisteren ging het beter dan eergisteren, vandaag gaat het beter dan gisteren en misschien gaat het morgen wel beter dan vandaag.’

Mooie toekomst

‘Ondertussen verblijf ik al een jaar en zeven maanden in België. De vlucht vanuit Syrië was niet gemakkelijk. Ik denk nog vaak terug aan de helse tocht die ik heb ondernomen. Die tocht zonder mijn familie was heel moeilijk. Ik heb pas met hen contact kunnen opnemen toen ik hier ben aangekomen. Maar in Syrië kon mijn gezin niet langer blijven. In Damascus, waar ik vandaan kom, kan je niet buiten komen. Er is geen elektriciteit of water en het gevaar voor luchtaanvallen dreigt nog steeds. Mijn broer en zus zijn daar nog steeds.’

Op de vraag of hij graag zou willen terugkeren naar Syrië schudt Abdou resoluut zijn hoofd. ‘Nee, nu niet.’ Hij denkt even na. ‘Misschien later, als de situatie daar verbetert. In Syrië is er nu niets meer voor ons, geen werk of huis. Hier in België kunnen mijn kinderen een mooie toekomst opbouwen. Hier is het voor hen veilig. Ik probeer nu  werk te zoeken. Het liefst van al iets met sport.’ 

42 kilometer lopen

Wanneer het over zijn gezin gaat klaart zijn gezicht op. ‘Mijn vrouw en mijn twee zonen en dochter zijn hier nu iets minder dan een jaar. Mijn dochter is dertien en doet hier taekwondo. Mijn zonen zijn tien en acht jaar en voetballen hier. Mijn vrouw gaat regelmatig sporten met haar vriendinnen. We zijn allemaal heel sportief.'

'Vorig jaar heb ik meegedaan aan ‘Atlas loopt’, een loopteam van Atlasklanten en medewerkers dat samen traint voor Antwerpse loopwedstrijden. Mijn dochter wil ook graag meedoen aan zulke wedstrijden. Onlangs schreef ze nog op school: ‘Papa alsjeblieft, ik wil ook meedoen en 42 kilometer lopen’. 'Dat is natuurlijk te veel', lacht Abdou. 'Ik probeer haar te overtuigen dat vijf kilometer meer dan voldoende is. Daarna kan ze eventueel tien kilometer proberen te lopen.’ 

Laura De Backer

Laura De Backer is studente journalistiek aan de AP Hogeschool. Zij interviewde Abdou voor het project CTZNS (www.ctzns.eu), een samenwerking tussen AP Hogeschool en Toneelhuis.