Overslaan en naar de inhoud gaan

logo

Protestmars met Oekraïnse vlag en vredesteken

8 april 2022 | Deel

Investeren in solidariteit: hoe doen we dat?

Waarom lijkt de bevolking meer solidair te zijn met vluchtelingen uit Oekraïne dan met vluchtelingen uit andere conflictgebieden zoals Syrië en Afghanistan? En hoe kunnen we die solidariteit uitbreiden? We legden deze vragen voor aan vijf verschillende experts.

Toen Sammy Mahdi op 1 maart de campagne #PlekVrij lanceerde, was dat het startsein voor een golf van solidariteit. De oproep van de staatssecretaris van asiel en migratie om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen, doet opvallend veel mensen de deuren van hun huis openen. Ze ruimen de zolder op. Leggen de kinderen bij elkaar op één slaapkamer en creëren zo extra plaats. Kleren en voedsel worden ingezameld. Mensen bieden zich spontaan aan als vrijwilliger om de acties te coördineren. Een grootschalige inzamelingsactie leverde meer dan zeventien miljoen euro op. 

Het is hartverwarmend om te zien hoeveel Vlamingen zich het lot van de Oekraïense vluchtelingen aantrekken. Tegelijk is het verwarrend. Is er dan toch draagvlak in de samenleving om mensen uit conflictgebieden een warm welkom en hulp te bieden? En waarom lijkt dit zo anders te zijn voor de groep vluchtelingen uit bijvoorbeeld Syrië en Afghanistan die dagelijks moet aanschuiven bij het Klein Kasteeltje in Brussel om een opvangplek te krijgen?

“De nabijheid van de oorlog is een belangrijk gegeven”, stelt Hendrik Vos, als hoogleraar verbonden aan de vakgroep politieke wetenschappen van de universiteit Gent. “Dit maakt dat mensen hier zich verbonden voelen met het conflict. Het is ook een oorlog die heel zwart-wit lijkt. Er is een slechterik in de vorm van Poetin en er zijn de goeden en dan denken we aan de Oekraïners. Bovendien herkennen we onszelf meer in de Oekraïners die in veel opzichten ook fysiek op de meerderheid van de bevolking lijken.”

Dat zijn allemaal valabele argumenten, zegt Marjan Verplancke, coördinator vorming en publiekswerking bij het Hannah Arendt Instituut. Toch is er volgens haar meer aan de hand. “We weten uit onderzoek dat die burgersolidariteit niet nieuw is. Ook in 2015 was er solidariteit met Syriërs en Afghanen die naar ons land kwamen. Mensen zamelden goederen in en stelden hun huis open. Het grote verschil is dat er op politiek niveau heel anders wordt gereageerd. Er was in 2015 geen overheid die een campagne lanceerde. Dat heeft veel invloed op het urgentiegevoel bij de bevolking.”

Onderschat de kracht van woorden niet 

Silvija Basic is het daarmee eens. De reactie van de overheid werkt volgens het diensthoofd infopunt verblijf & rechtspositie bij Atlas integratie en inburgering als een hefboom om solidariteit bij de bevolking op gang te brengen. “In de nasleep van de vluchtelingencrisis in 2015 ging het al snel over een tsunami aan vluchtelingen waardoor de dijken zouden breken. Met zo’n toon wordt het  protectionistische gevoel aangewakkerd. Dit werkt tegen de ontluikende solidariteit. Sterker nog, het ontmenselijkt de groep vluchtelingen. Hier speelt de kracht van woorden.”

De Oekraïense vluchtelingen hebben dankzij een Europese richtlijn een tijdelijk verblijfsstatuut gekregen. Dit betekent dat ze bij aankomst in ons land onmiddellijk toegang hebben tot werk, onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid. Silvija Basic: “Europa heeft hiertoe besloten om overbelasting van de asieldiensten te vermijden. Maar onderschat het signaal niet dat hiervan uitgaat”, waarschuwt Silvija Basic. “Veel andere vluchtelingen moeten jarenlang wachten op een wettig verblijfsstatuut. Dat vormt het beeld van de bevolking over de verschillende groepen vluchtelingen.”

Volgens Younis Kamil Abdulsalam, onderzoeker bij het Hannah Arendt Instituut, is er naast de houding van de overheid nog een andere belangrijke kracht die minstens zoveel invloed heeft op het solidariteitsgevoel bij de bevolking. “Ik woon in Duitsland en uit een onderzoek* daar bleek dat vijftig procent van de Duitsers moslims beschouwt als een gevaar voor de samenleving. Dat is zorgwekkend. Deze perceptie ontstaat niet vanzelf. Ik ben ervan overtuigd dat die wordt gecreëerd en in stand gehouden door de media die een hele reeks negatieve sociale uitdagingen associeert met moslims. Waarom vertellen de media niet meer verhalen over migranten die een eigen bedrijf beginnen, werkgelegenheid creëren en belasting betalen?”

Vluchtelingen uit Syrië en Afghanistan zijn vaak moslims. Maar ook bij conflicten waar weinig moslims mee te maken hebben, spelen de media een cruciale rol, aldus Younis Kamil Abdulsalam. “Denk aan de oorlog in Congo of Eritrea. Ik geef toe dat het ingewikkelde conflicten zijn die zich ver van ons bed afspelen. Maar omdat er weinig tot geen aandacht aan wordt gegeven in de media is de bevolking hier er ook niet mee bezig. De macht van de media is enorm. Helaas wordt die niet altijd op een goede manier aangewend.” 

Creëer verbondenheid door nabijheid

Je kan de overheid aanzetten om alle vluchtelingen gelijk te behandelen in de hoop dat dit de solidariteit vergroot, maar je kan ook van onderuit werken en de bevolking sensibiliseren. 

“Ik merk in mijn werk steeds opnieuw dat nabijheid enorm helpt bij het creëren van verbondenheid”, getuigt Silvija Basic. “Vanuit verbondenheid groeit solidariteit. De meeste vluchtelingen wonen in opvangcentra buiten de stad. Het is moeilijk om een band op te bouwen met iemand die je niet ontmoet. Dat werkt onverschilligheid in de hand. Het idee achter de opvangcentra was dat vluchtelingen niet te veel moesten integreren, want ze gingen waarschijnlijk toch terug. Maar uit cijfers blijkt dat bijna de helft van de asielaanvragen die ontvankelijk worden verklaard, positief wordt beantwoord.** De meeste mensen gaan niet terug. Laat ze daarom van bij het begin in contact komen met andere bevolkingsgroepen. Nabijheid is belangrijk om empathie op te brengen.” 

Dit is precies wat Vluchtelingenwerk Vlaanderen tracht te bereiken met verschillende initiatieven. “Al onze initiatieven zijn inclusief”, zegt directeur Tine Claus. “Wij werken nooit voor één specifieke doelgroep, maar zetten ons in voor alle vluchtelingen. De vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven die op steun aanspraak doen, benadrukken zelf dat ze inclusief zijn. Alle vluchtelingen, waar ze ook vandaan komen, zijn gelijkwaardig.”

Wat volgens Tine Claus meespeelt, is dat Oekraïense vluchtelingen door de meeste Vlamingen als hulpbehoevend worden gezien, omdat het voornamelijk om vrouwen en kinderen gaat. Terwijl de meeste vluchtelingen uit bijvoorbeeld Afghanistan alleenstaande mannen zijn.” 

Vluchtelingenwerk Vlaanderen vindt lokale opvanginitiatieven met professionele omkadering beter dan opvang thuis bij gezinnen die vaak niet gescreend zijn. Tine Claus: “Wij benadrukken steeds dat goede afspraken maken enorm belangrijk is. Vluchtelingen hebben veel meegemaakt. Opvang in gezinnen kan dienen als noodoplossing voor een korte periode. Op lange termijn moet er een andere oplossing komen.”

De winst zit volgens de directeur van Vluchtelingenwerk Vlaanderen bij mensen die ‘neutraal’ staan tegenover vluchtelingen. “We denken vaak dat de wereld is verdeeld in mensen die voor de komst van vluchtelingen zijn en mensen die er tegen zijn. Maar de meeste mensen hebben geen uitgesproken mening. Bij deze groep valt de winst te halen als het gaat over het vergroten van de solidariteit.”

Hendrik Vos: “Ik denk dat we de problemen die zich zullen voordoen met de Oekraïners momenteel soms wat onderschatten, terwijl we de problemen die zich kunnen voordoen met Syriërs of Afghanen weer vaak wat overschatten. Mensen opvangen uit andere omgevingen die over het algemeen niet voor hun plezier naar hier trokken, is niet eenvoudig. Maar het is ook niet onmogelijk, als we er ons op organiseren en aan hetzelfde zeel trekken, de zaken realistisch bekijken en er het beste van proberen te maken. Als we erin slagen om dat met Oekraïners te bolwerken, dan straalt dat hopelijk ook af naar andere groepen vluchtelingen.”

Solidariteit verbreden om polarisatie tegen te gaan

Investeren in solidariteit met alle vluchtelingen is belangrijk om de polarisatie onder vluchtelingen tegen te gaan, benadrukt Younis Kamil Abdulsalam. “Ik voel de frustratie bij de andere groep vluchtelingen groeien. Waarom krijgen de Oekraïners een andere behandeling dan wij?”

“Ik zie hetzelfde gebeuren in de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers”, zegt Silvija Basic. “De ene groep vluchtelingen verwijt de andere dat zij alles in hun schoot geworpen krijgen. Ik ben bang dat deze spanningen in de toekomst gaan toenemen.”

Dit geldt ook voor de ontvangende samenleving, vult Marjan Verplancke aan. “Vrijwilligers voelen zich gefrustreerd, omdat ze al jaren strijden voor betere rechten voor vluchtelingen en steeds op een muur botsen, terwijl er met de komst van de Oekraïense vluchtelingen plots wel meer mogelijk is.”

Tegelijk wil Marjan Verplancke het beeld opnieuw nuanceren. “Het is onduidelijk of je met het tijdelijk verblijfsstatuut als Oekraïense vluchteling op lange termijn beter af bent dan met het statuut van erkend vluchteling. Het is belangrijk dat de overheid duidelijk en toegankelijk communiceert en uitlegt waarom een bepaald besluit wordt genomen en wat zo’n besluit precies inhoudt.  En naast goed informeren kunnen overheden inzetten op het creëren van ontmoeting. Daarvoor kan de expertise en ervaring van bestaande en nieuwe burgerinitiatieven worden ingezet. Want positieve en duurzame ontmoetingen blijven de beste manier om betrokkenheid te vergroten.

Janine Meijer

Janine schreef dit artikel in opdracht van Atlas.



Voetnoten
* Bertelsmann Foundation 2015 Religionsmonitor 
** https://www.myria.be/files/Cijfers_Internationale_bescherming.pdf