Overslaan en naar de inhoud gaan

logo

Mariam en Maria van team diversiteit in Atlas

10 augustus 2020 | Deel

Racisme (her)kennen

Racisme is een heel complex fenomeen dat zich voordoet op verschillende niveaus van onze samenleving. Met dit artikel willen we mensen meer bewust maken van de betekenis van het woord, wat het is en hoe en waar het zich uit. Door middel van enkele duidelijke tips willen we mensen helpen om een bondgenoot te worden. Om meer inzicht te krijgen in het begrip racisme bespreken Mariam El Osri en Maria Arredondo van het team diversiteit van Atlas, integratie & inburgering Antwerpen hun ervaringen en geven zij een woordje uitleg over de soorten racisme en hoe je er verbindend op kan reageren.

‘Wees je ervan bewust dat er verschillende soorten racisme zijn. Maak onderscheid!’

Soorten racisme

Mariam: “Bij institutioneel of structureel racisme gaat het om machtsstructuren die ongelijkheid creëren, uitvoeren, bevestigen en behouden. Er is niet één persoon aan te wijzen, maar een heel systeem. We spreken hier over overheden, organisaties, bedrijven en onderwijs. Deze vorm van racisme is niet meteen zichtbaar. Als je zelf geen nadelen ondervindt van structureel racisme, besef je vaak niet dat anderen op basis van huidskleur of vreemd klinkende naam worden uitgesloten van een job, stageplek of huurappartement. Het is moeilijk te bewijzen dat een persoon om die reden is afgewezen. Als je dat aangeeft wordt het vaak ontkend of neemt men er afstand van. Het legt veel druk op de schouders van het slachtoffer omdat die zich constant moet bewijzen."
 

  • Jan heeft bijvoorbeeld meer kans op een job, dan Bilal. Jan heeft meer kans op een hogere functie terwijl Bilal meer moeilijkheden heeft om een job te krijgen of om een hogere functie op te nemen. Bij Bilal wordt getwijfeld of hij wel de juiste capaciteiten heeft, terwijl dit bij Jan eerder als vanzelfsprekend wordt beschouwd.
     
  • Jongeren met een migratieachtergrond krijgen lager schooladvies dan witte klasgenoten en worden beoordeeld op basis van gedrag in plaats van op prestaties.
     
  • Als mensen met een migratieafkomst of met een donkere huidskleur gaan winkelen worden ze sneller in de gaten gehouden door bewakingsagenten.

'Bij interpersoonlijk racisme ligt dit anders', gaat Mariam verder, 'er is geen machtsstructuur aanwezig. Elke vorm van publiek uiten van vooroordelen en haat naar mensen in relatie met hun huidskleur of etniciteit  zijn voorbeelden van raciale vooroordelen.'

  • Een winkelier die een klant met een andere etnische achtergrond dan de zijne niet dezelfde service biedt 
     
  • Iemand weigert op de tram naast iemand met een andere huidskleur te zitten.

Deze vorm is duidelijk zichtbaar. De opmerking “zij zijn ook racistisch naar ons toe” komt vaak voor in gesprekken rond racisme. Op interpersoonlijk niveau bestaan uitingen van onbegrip of afkeer inderdaad in beide richtingen. Raciale vooroordelen op interpersoonlijk vlak kunnen naar iedereen gericht zijn.  Een onderdeel van interpersoonlijk racisme is het veralgemenen van het gedrag van één bepaalde persoon naar een groep.

  • Bij overlast wordt er vaak veralgemeend. Er wordt dan bijvoorbeeld gezegd “Afghaanse jongeren zorgen voor overlast. Waarbij de focus ligt op het “Afghaans”. Dit zorgt ervoor dat het gesprek over andere zaken gaat dan de kwestie namelijk; jongeren zorgen voor overlast.

Maar, deze raciale vooroordelen dragen niet hetzelfde gewicht als racisme. Omgekeerd racisme op structureel niveau bestaat niet, omdat dit samenhangt met macht. Mensen met een migratieachtergrond hebben niet de mogelijkheid om de autochtone Belg systematisch uit te sluiten. Alles is voornamelijk gericht op het witte dominante beeld. Raciale vooroordelen die witten mensen kunnen ervaren, hebben geen effect op hun positie in de samenleving. Dat wil niet zeggen dat die raciale vooroordelen goedgepraat moeten worden. Maar door daar vooral op te focussen kijken we niet meer verder naar structureel racisme, dat wél een groot effect heeft op de positie van gekleurde mensen in de samenleving.

Mijn buurvrouw zei: ‘Was je met geitenmelk, dan word je witter!’


Wit als schoonheidsideaal

Mariam: ‘Hier spreken we van geïnternaliseerd racisme. Dit is de bewuste en onbewuste aanvaarding dat er een raciale hiërarchie bestaat waarin witte mensen hoger staan dan mensen met een andere huidskleur. De machtsstructuren bepalen onze denkkaders. Zij hebben een grote invloed op de kijk die we op dingen hebben. Ook mensen met een andere huidskleur hebben diezelfde witte dominante denkkaders. Men kijkt op naar kenmerken en eigenschappen die toegeschreven worden aan “wit zijn.”

  • Als je op internet gezicht + schoonheid intypt krijg je als resultaat voornamelijk witte vrouwengezichten. Je ziet heel weinig donkere vrouwen. 
     
  • In het toneelstuk van Harry Potter wordt de rol van Hermelien Griffel gespeeld door een zwarte actrice. Daarop kwam veel reactie, ook racistische. Voor veel mensen moest die rol automatisch worden gespeeld door een witte actrice. Een zwarte actrice past niet binnen het witte denkkader.
     
  • In films zijn bijna alle hoofdpersonages wit, donkere personages worden voornamelijk gecast als bijrol. Uit jaarlijks onderzoek is wel gebleken dat er in 2018 vooruitgang is geboekt op vlak van  diversiteit. Er werden meer niet-blanke acteurs gecast. In 2018 waren er 27 films waarin het hoofdpersonage vertolkt werd door een ondervertegenwoordigde etnische groep, in 2017 waren dat er 21.  

Maria: ‘Racisme is overal aanwezig. Ik groeide op in Mexico en werd er vaak op gewezen dat ik een te bruine huidskleur had. Ik kreeg ook het advies om me met geitenmelk te wassen zodat ik witter zou worden. Ook toen ik ging studeren, merkte ik op dat racisme ook daar heel aanwezig was, zowel structureel als interpersoonlijk. Op de universiteit werd er meer gekeken naar de achtergrond. Bruiner zijn werd vaak gezien als ‘minder kans hebben om te slagen.’
 

‘Als je een vrouw bent met een sociale achterstand, andere huidskleur, migratieachtergrond, dan sta je op de laatste trede van de privilege-ladder.’


Privilege

Mariam: ‘Wit privilege is een onzichtbaar voorrecht dat witte mensen hebben door hun huidskleur. Een witte huidskleur wordt in onze maatschappij als de norm gezien. Witte mensen kunnen niet op dezelfde manier ervaringen over racisme in de discussie brengen, maar zij hebben ook een verantwoordelijkheid om oplossingen te vinden voor structureel racisme. Het is essentieel dat witte mensen evengoed mee praten over racisme.
De term ‘wit privilege’ roept vaak weerstand op en een gevoel van ongemakkelijkheid. Dan spreken we van ‘witte fragiliteit’. Dat maakt het soms moeilijk om een open gesprek aan te gaan over racisme. Het benoemen van wit privilege heeft niet als doel om witte mensen een schuldgevoel te geven. Het wil evenmin zeggen dat witte mensen geen problemen in hun leven hebben. Witte mensen ondervinden evenzeer moeilijkheden maar niet omwille van hun huidskleur. Het is belangrijk om zelf te erkennen dat er meer uitsluitingsmechanismen zijn. Kleur is niet het enige uitsluitingsmechanisme. Andere zijn bijvoorbeeld armoede of ziekte. Als een wit persoon vertelt dat hij het moeilijk heeft op economisch vlak en ook uitsluitingsmechanismen meemaakt, is het constructief om de persoon in kwestie niet meteen te beschuldigen van bepaalde privileges te hebben. Dan bestaat de kans dat deze persoon in weerstand gaat. In plaats van verwijten te maken kunnen we ons beter afvragen wat de rol en de positie van witte bondgenoten is in de strijd tegen racisme.’ 

  •  Op 25/05/2020 vroeg Christian C., een zwarte man, aan Amy C., een witte vrouw, om haar hond aan te lijnen in het park. De vrouw belde de politie met een opgezette angstige stem en zei dat de 'African - American' man haar leven bedreigde. Zij gebruikte zijn zwarte huidskleur omdat ze wist dat dit meer bedreigend ging overkomen bij de politie. Daarbovenop was zij zelf in de fout, maar draaide ze de rollen om op basis van huidskleur. 
     
  • Een wit persoon die een aanslag pleegt wordt vaak omschreven als ‘psychisch ziek’, iemand met een andere huidskleur wordt dan eerder omschreven als ‘terrorist’.
     
  • Gekleurde mensen hebben te weinig herkenbare rolmodellen in tv-series, films en in de media. Wit is in algemene beeldvorming erg dominant.
     
  • Het heeft heel lang geduurd voor de beauty industrie gevarieerde producten aanbood die geschikt zijn voor donkere huidskleuren. Nu nog bieden veel grote merken wel 40 verschillende tinten foundation voor een witte huid aan, maar amper 3 of 4 tinten voor een donkere huid. Ook voor standaard producten zoals shampoo moeten mensen met een migratieachtergrond vaak naar speciaalzaken. 

Maria: ‘Wij gebruiken in onze vormingen de benaming ‘wit privilege’ niet. Wij spreken liever van privileges, zonder het woord ‘wit’ eraan te verbinden. We moeten zorgen dat we door het uitspreken van de woorden ‘wit privilege’ geen wig gaat drijven tussen mensen. We moeten proberen om woorden zoals ‘slachtoffers’ en ‘schuldigen’ te vermijden. We moeten er over praten, maar op een constructieve manier. Als we onszelf verliezen in emotie, verliezen we het gesprek. Het gaat hier niet om een individu, maar om een heel systeem en beiden voeden elkaar.’

Mariam: ‘Het feit dat je vrouw bent, een religieus teken draagt en ook nog eens gekleurd bent, maakt dat je op de allerlaatste trede van de privilege-ladder staat. Hoe verder je afwijkt van het profiel van de dominante groep, hoe minder je eigen behoeftes worden ingevuld en hoe minder je binnen de geldende norm past. Je hebt als wit persoon meer kans op werk, je krijgt studieadvies op basis van je prestaties, niet op basis van onbewuste vooroordelen. Wanneer je wit bent en een joggingbroek draagt ben je bij wijze van spreken hip, een gekleurd persoon met een joggingbroek wordt dan weer sneller als verdacht aanzien. Dat zijn voorbeelden van privileges’. 
 

’Je hebt soms medestaanders, die het goed bedoelen, maar toch racistisch overkomen, dat vind ik moeilijker binnenkomen dan expliciet racisme’


Impliciet en expliciet racisme

Mariam : ‘Vanwaar kom je?’ Mensen durven deze vraag wel al eens stellen. Deze personen hebben geen racistische bedoelingen, maar in de vraag zelf schuilt wel een vooroordeel.  De persoon aan wie de vraag wordt gesteld, kan dan in België geboren zijn en dus Belg zijn. Iemand met een gekleurde huid moet van ‘ergens anders’ komen, en kan niet van hier zijn. Die persoon is anders dan de witte norm. Maar de persoon die de vraag stelt, wil per se weten vanwaar hij/zij écht komt. De scheidingslijn tussen interesse en een etiket kleven is heel dun. De nood om te weten vanwaar iemand komt is groter dan weten wie die persoon is. De vraag op zich is geen probleem, maar de manier waarop ze wordt gesteld speelt een belangrijke rol. Kijk naar degene aan wie het wordt gevraagd, hoe gaat zij/hij om met de vraag? Gevoelens zijn altijd anders, voor de ene is het een probleem voor de andere niet. Hier spreken we dan van impliciet racisme. Bedenk ook steeds dat woorden een impact hebben.’ 

  • Een goed voorbeeld hiervan is de podcast van collega Matthias die gaat over de vraag ‘vanwaar ben je?’ In deze podcast gaat hij op zoek naar betere manieren waarop je deze vraag kunt stellen. Hij gaat op zoek naar nuances en nieuwe invalshoeken. De podcast kan je beluisteren via  https://www.atlas-antwerpen.be/nl/podcast-van-waar-ben-je
     
  •  Een Poolse collega die onterecht wordt aanzien als een poetsvrouw. 

Mariam: ‘Op expliciet racisme durven mensen meestal harder reageren, omdat dat in het algemeen in de samenleving niet (meer) wordt aanvaard. Als iemand zegt ‘Ga terug naar je eigen land, jij aap!’, keuren de meeste mensen dat af. Maar als een donkere vrouw op evenementen geregeld aanzien wordt voor de dienster, dan reageert niemand. Toch is dit ook racisme.’
 

‘Vorm eerst je eigen woorden om tot daden, kijk eerst in eigen boezem’


Hoe reageren?

Mariam: ‘Reageren op racisme is niet altijd gemakkelijk . Het is belangrijk om te beginnen met je eigen woorden tot daden om te vormen. Je kan ervoor kiezen om zowel professioneel als in privécontext te reageren. In professionele context moet je altijd reageren. Het is niet omdat een slachtoffer van racisme het van zich af schudt, dat jij dat ook moet doen. Als je ziet dat een collega met racisme wordt geconfronteerd is het aan jou om je bondgenootschap te tonen naar de collega in kwestie. Toon aan je collega’s dat racisme onacceptabel is en probeer de ander op een constructieve manier te benaderen zonder hem/haar in een schuldenaarshokje te plaatsen. Probeer een plek te creëren voor dialoog.’ 

Maria: ‘In de privécontext kan dat soms anders liggen. Enerzijds is het goed om te reageren wanneer iemand racistisch wordt aangevallen, anderzijds moet je jezelf veiligstellen. Wanneer je wil reageren is het ook heel belangrijk om de situatie goed in te schatten. Misschien ben je niet in staat om te reageren naar de dader toe. Het is normaal als je je daarbij ongemakkelijk voelt. Als je niet naar de dader durft toe te gaan, kan je de tirade onderbreken en het gesprek aangaan met het slachtoffer Toon dat je aan zijn/haar kant staat en bezorgd bent om zijn/haar welzijn. Je kan al heel veel doen door er voor die persoon te zijn en te luisteren. Wij reageren altijd, soms kan het gevolg zijn dat de aanval dan naar ons wordt gericht. Als we dan een wit persoon zien reageren, dan zwijgt de ander wel sneller. Dat is het privilege dat je hebt als wit persoon. Je bent nog steeds beter in staat om mensen te doen luisteren. Dus word je daarvan bewust en gebruik dat privilege als bondgenoot!’ 
 

Hoe word ik een bondgenoot? Enkele tips: 

  • Luister en doe zoveel mogelijk research naar thema’s die je onvoldoende begrijpt. 
     
  • Als je goed luistert zal je moeilijke gevoelens ervaren. Je kan je ongemakkelijk voelen, zelfs schuldig, of je voelt de nood om jezelf te verdedigen. Dat is normaal, maar probeer om je toch te blijven openstellen voor wat de ander zegt en weet dat het niet over jou gaat. Het gaat erom wat je doet met je nieuw verworven inzichten, niet wat je daarvoor al hebt gedaan. 
     
  • Het is nu het moment om erbij stil te staan. Het is het moment om er over te leren en er naar te handelen. Het is een leerproces voor iedereen. We vervallen nu in extremen, maar door te luisteren en te praten ga je tot een midden komen waarbij de meesten zich goed voelen.
     
  • Zorg dat andere mensen ook kunnen deelnemen aan je privileges. Maak geen flauwe grappen daarrond. Blijf niet hangen in ‘je kan al niets meer zeggen.’ Denk na over de impact van je aannames en je woorden Schrijf de gevoelens van anderen niet meteen af, alleen omdat jij ze niet op dezelfde manier hebt ervaren. 
     
  • Zorg als organisatie dat je effectief stappen zet, wees kritisch naar je team. Hoe kan je een inclusief aanbod creëren en inclusief aanwerven? Zorg voor daden, niet enkel voor woorden. 
     
  • Reageer altijd als  iemand geconfronteerd wordt met racisme.  Als je zwijgt word je deel van het probleem. Steun bieden aan degene die met racisme wordt belaagd is ook reageren.
     
  • Kijk hoe je zelf kansen kan creëren voor iedereen. Ook onze individuele verantwoordelijkheid telt. 
     
  • Als je bijvoorbeeld de vraag ‘vanwaar ben je?’ stelt, probeer dan te achterhalen waarom je die vraag stelde. Kijk welke vragen je nog kan stellen of formuleer de vraag op een andere manier.
     
  • Ga erover in gesprek met familieleden en vrienden. Soms lukt dat niet, maar toch is het nodig om erover te praten. Als erover praten al niet lukt, hoe kunnen we dan verwachten dat er iets verandert? 

Karen Van Asbroeck

Karen schreef dit artikel tijdens haar stage bij atlas.